Auteur: Arie Martijn Schenk
Een kantine vol sportbestuurders, politici aan het werk achter de bar en gesprekken die direct tot actie moeten leiden – dat was de opzet van een bijzondere bijeenkomst in Rotterdam, georganiseerd door de RVVB en Rotterdam Sportsupport.
Op zaterdagochtend 5 april waren staatssecretaris Vincent Karremans en Tweede Kamerlid Mohammed Mohandis (GroenLinks-PvdA) te gast bij voetbalvereniging XerxesDZB. Niet voor een standaard werkbezoek, maar om zélf de handen uit de mouwen te steken in de kantine. Terwijl de tosti’s werden gebakken en de koffie werd ingeschonken, spraken ze met sportbestuurders uit heel Nederland over de dagelijkse praktijk van het verenigingsleven.
De bijeenkomst was een initiatief van de RVVB, die verenigingsbestuurders uit alle windstreken uitnodigde – van roeien tot korfbal en van hockey tot tennis. Het doel: de politiek laten zien waar besturen in de sport écht om draait, welke obstakels ze ervaren, en wat ze nodig hebben om het vol te houden.
“Niet alleen om te helpen achter de bar en tosti’s te bakken,” vertelde de staatssecretaris. “Maar vooral om te horen en zien hoe het er aan toegaat in Nederlandse sportkantines.”

Van sportvloer naar beleidstafel
Voor Karremans en Mohandis – normaal politiek tegenover elkaar – was het vooral een kans om de praktijk te proeven. “Dan is het als politicus ook eens goed om de handschoen op te pakken en die vraagstukken in het echt te onderzoeken,” zei Karremans. “In Den Haag kun je veel mooie plannen bedenken. Maar hier zie je de waarde van sport – hoe het beleefd wordt, ook de minder mooie kanten.”
Mohandis: “Alleen zo kom je erachter wat de noden zijn. Of het nu gaat om energietransitie, het vinden van vrijwilligers of onnodige bureaucratie: er gaat nog genoeg mis.” Hij pleitte voor een gezamenlijke strategie voor de sport, waarbij politiek en praktijk samenwerken. “Clubs lopen aan tegen regels die niet passen. Laten we daar een gezamenlijke agenda voor sport van maken.”
Een sportwet in de maak – en veel verschillen tussen gemeenten
Tijdens de bijeenkomst kwam een ander terugkerend onderwerp naar voren: de enorme verschillen tussen gemeenten. Niet alleen in subsidieregelingen of sportpassen, maar ook in ondersteuning en OZB-tarieven. Karremans benadrukte dat er miljarden omgaan in sport, met name op gemeentelijk niveau. “Maar hoe zorgen we dat die euro’s ook op de juiste plek terechtkomen?”
Mohandis: “Sport moet een zorgplicht krijgen, net als cultuur. Nu is sport vaak geen wettelijke basisvoorziening. Daar willen we iets aan doen met de sportwet.” De sportwet is in voorbereiding en er wordt gesproken over een getrapte opbouw, met duidelijke landelijke kaders. De twee politici spraken de hoop uit om op dit beleidsterrein samen op te trekken. “Over sport is een brede consensus binnen de kamer en hier vallen we elkaar niet aan maar kunnen we prima samenwerken” aldus het kamerlid.

Vrijwilligers, visie en echte verhalen
Karremans vertelde openhartig over zijn eigen sportverleden: als 16-jarige draaide hij vrijwilligerstaken op de tennisclub en hielp hij mee aan het clubblad. Tegenwoordig is hij actief met padel, wielrennen en hardlopen. “De kantine is dé plek om een club te leren kennen. Zo hoor je de echte verhalen. En zie je ook wat sport losmaakt: kinderen, jongeren, ouderen – van alle achtergronden.”
De sportverenigingen zijn van enorme maatschappelijke waarde, was de gedeelde conclusie. Van het opvangen van kwetsbare jongeren tot het leren omgaan met winst en verlies: de sportvereniging is vaak de plek waar het allemaal begint.
Concrete zorgen en oproep tot regie
Sportbestuurders uit het hele land deelden zorgen: over de betaalbaarheid van sporten, over duurzaamheidsopgaven zonder middelen, over lokale verschillen, over de hoeveelheid ‘services’ die soms tekortschieten, en over het feit dat je als bestuurder op te veel vlakken een expert moet zijn. “Er zijn middelen, maar hoe zetten we die op de beste manier in?” werd meermaals gevraagd.
Karremans erkende dat het systeem niet overal goed werkt: “Je hebt niks aan nóg een adviseur of rapport. Er moet meer regie komen op infrastructuur. De medailles die we vieren, komen voort uit deze basis – de clubs. Dáár moeten we in investeren.”
Er werd onder andere gesproken over een uniform systeem om bureaucratie te verminderen, de inzet van professionals in clubs, en de wens om sport op lokaal én landelijk niveau meer te structureren. De RVVB speelt daarin een belangrijke rol, onder meer met de lopende rondgang langs verenigingen.
“We hebben veel kapitaal in handen – mensen, motivatie en maatschappelijke impact,” aldus Mohandis. “Laten we dat benutten met visie én samenwerking. En daar hoort ook de Kamer bij.”
Aan het eind van de bijeenkomst legde staatssecretaris Karremans nog een link met zijn andere portefeuille: jeugdzorg. Geïnspireerd door een voorbeeld van een Rotterdamse vereniging die een sportpedagoog inzet om jeugdtrainers te ondersteunen, vroeg hij zich hardop af of sport niet veel meer zou kunnen betekenen binnen de jeugdzorg. “Die gedachte ga ik verder onderzoeken,” zei hij, waarbij hij benadrukte hoe waardevol sport kan zijn als sociaal vangnet.
Tot besluit richtte hij zich tot alle aanwezige bestuurders: “Jullie zijn het fundament van de sport. Dankzij jullie komen er uiteindelijk weer nieuwe medailles. Maar belangrijker nog: jullie maken het verschil, elke dag weer, op het veld en daarbuiten.”
