Artikel NRC Breedtesport: Veel sportclubs kampen met verouderde accommodaties en zijn voor renovatie of nieuwbouw aangewezen op de zogeheten BOSA-subsidie. Maar die wordt fors afgebouwd. Journalist Irith Fuks vanuit Waalwijk. Een blik door de dug-out van amateurclub DWS in Amsterdam West. FOTO OLAF KRAAK
Zaterdagochtend: de zon schijnt op het veld en muziek klinkt over het terrein van WSC Waalwijk. Velden en kantine liggen er verzorgd bij. Ook de kleedkamers, van grijze baksteen met kleine kiepraampjes, te hoog om door naar buiten te kijken, ogen op als die van een doorsnee amateurclub.
Maar stap binnen en je ziet meteen de slechte staat van het gebouw. De kleedkamers stammen uit de jaren tachtig en zijn zwaar verouderd: te klein, slecht geventileerd, niet duurzaam en bovendien te weinig in aantal.
„We zijn blij als het lukt om ieder team een kleedkamer te geven”, zegt bestuurder Marc Leijtens. De club is de afgelopen jaren sterk gegroeid met de komst van een vrouwen-afdeling. Drie teams in één kleedkamer is geen uitzondering, vertelt speelster Sterre Ophorst, die in onder-20 speelt. Gerard Corvelijn (77), een vrijwilliger bij WSC Waalwijk, zegt dat hij elke zaterdagochtend spullen van teams naar één kant van de kleedkamer moet verplaatsen, om plaats te maken voor een tweede team.
Ook op het gebied van duurzaamheid zijn de kleedkamers niet meer van deze tijd. Elke ruimte heeft een buitendeur waardoor warmte verloren gaat, ramen staan standaard open vanwege oprukkende schimmel, en ondertussen wordt er volop gestookt. Met nieuwe kleedkamers zou de club naar schatting 60 tot 70 procent op energiekosten besparen.
Of er volgend jaar subsidie beschikbaar is voor de nieuwbouwplannen in Waalwijk, is onzeker. Die onzekerheid geldt voor veel amateurclubs nu de zogeheten BOSA-regeling – jarenlang de financiële steunpilaar voor de aanschaf van sportmateriaal, nieuwbouw en verduurzaming – de komende jaren fors wordt afgebouwd.
Waar dit jaar nog 74 miljoen euro beschikbaar was, resteert in 2028 slechts 20 miljoen. Het ministerie van VWS kreeg van de regering de taak 250 miljoen euro te bezuinigen op sportsubsidies, waarvan BOSA het grootste deel moest inleveren. Voor veel verenigingen is dat een zware klap: het merendeel van de accommodaties stamt uit de jaren zeventig en is dringend toe aan renovatie, zegt Marc van den Tweel, directeur van NOC-NSF. Volgens de KNVB kampen ruim twee op de drie sportlocaties met achterstallig onderhoud of een dringende verduurzamingsopgave.
Dat vooruitzicht leidde eerder deze maand tot politieke actie. Een motie van CDA-Kamerlid Inge van Dijk en SP’er Michiel van Nispen, waarin zij oproepen tot een financieel alternatief met een vergelijkbare procedure voor de wegvallende BOSA-steun, kreeg een meerderheid. Daarmee is echter nog niet zeker dat er extra geld komt. „Beleid zonder middelen heb je niet zoveel aan”, waarschuwt Van den Tweel. „Niemand is tegen sport, maar de bereidheid om er structureel in te investeren is cruciaal.”
Clubs in onzekerheid
Ook bij het Amsterdamse AFC IJburg bestaan zorgen. De kantine staat in een oude directiekeet waarvan de vergunning in mei 2028 afloopt. „Dan moet er dus iets nieuws staan”, zegt bestuurder Fedor Swart. De bouw van een clubhuis kost zo’n 2 miljoen euro. „Wij zijn volledig afhankelijk van BOSA-subsidie om iets te kunnen realiseren.”
Die financiële zorgen komen bovenop de hoge energierekeningen: de oude gebouwen zijn slecht geïsoleerd. Sinds 2020 zijn de energielasten bij AFC IJburg verdubbeld. „We teren in op onze reserves om contributies niet te verhogen”, zegt Swart. „Maar dat is geen structurele oplossing. Als BOSA straks wegvalt, betekent dat voor ons feitelijk: einde club.”
Volgens Daniel Klijn, directeur bestuurder van de RVVB (belangenvereniging van sportbestuurders), zijn AFC IJburg en WSC Waalwijk niet de enige clubs die in de knel komen. „Clubs verdwijnen niet van de ene op de andere dag zonder BOSA-subsidie, maar een groot aantal zal de komende jaren geruisloos wegvallen”, denkt hij.
Eva Oosters, sportwethouder in Utrecht, ziet hoe kwetsbaar sportverenigingen zijn, maar wijst op de bezuinigingen op het gemeentefonds. „Voor een grote stad als Utrecht is het al lastig, maar bij kleinere gemeenten staat het water echt aan de lippen, hoor ik van collega-wethouders.” Omdat sport geen wettelijke taak is, is het moeilijk om er structureel geld voor vrij te maken. „Als een club in acute nood komt, kijken we wat mogelijk is, maar steun is allerminst vanzelfsprekend.”
Populair loket
De BOSA-regeling werd in 2019 ingevoerd als vervanger van de fiscale btw-korting op sportmateriaal en onderhoud. Clubs krijgen 20 procent subsidie op de aanschaf van sportmaterialen en nieuwbouw en 30 procent op verduurzaming van bestaande accommodaties. Het loket is populair: begin januari 2025 was het budget van 74 miljoen binnen drie dagen overvraagd, in april stond de teller op 114,7 miljoen euro.
De onzekerheid rond de regeling maakt plannen moeilijk. Het loket opent op 5 januari 2026, maar pas in maart of april hoort WSC Waalwijk of de subsidie is toegekend. „Wij willen in juni bouwen, tijdens de zomerstop”, zegt bestuurder Leijtens. „Maar aannemers hebben ruim van tevoren duidelijkheid nodig om personeel en materiaal te reserveren. Twee maanden is veel te kort.”
De bezuiniging valt samen met een andere verandering: sportclubs kunnen voortaan terecht bij de DUMAVA-regeling, een pot van 405 miljoen euro uit het Klimaatfonds voor de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed. Ook scholen, ziekenhuizen, kerken en culturele instellingen kunnen hier aanspraak op maken.
Maar in de praktijk blijkt DUMAVA nauwelijks geschikt voor sportclubs, zeggen Daniel Klijn en Robert den Ouden, directeur van SportStroom, dat clubs begeleidt bij subsidieaanvragen. De procedure is ingewikkelder, de subsidiepercentages liggen lager en – vooral – nieuwbouw is uitgesloten. „Ziekenhuizen kunnen hier consultants voor inhuren, sportverenigingen niet”, aldus Klijn.
Nieuwbouw is volgens de club meestal de meest kostenefficiënte optie: WSC wil zo’n 3,5 ton subsidie aanvragen. Omdat het gaat om nieuwbouw, kan de club geen beroep doen op DUMAVA. „Terwijl we de kleedkamers wél verduurzamen: van het gas af, zonnepanelen, isolatie, ledverlichting. Misschien moeten we dan toch een stukje van de gevel laten staan, dan komen we er misschien alsnog voor in aanmerking”, zegt Leijtens.
Daarnaast zijn de technische eisen vaak onpraktisch. Voor een warmtepomp geldt een minimumcapaciteit van 20 kilowatt, voor zonnepanelen minimaal 15 kilowatt. „Dat is veel te groot voor een kleine accommodatie”, zegt Den Ouden. „Clubs die een paar panelen op hun dak willen, vallen buiten de boot.” Klijn ziet bovendien een fundamenteel probleem: de meeste sportgebouwen zijn simpelweg te oud en slecht gebouwd om te verduurzamen. „Je kunt er een warmtepomp of dubbel glas in stoppen, maar feitelijk moet zo’n jarenzeventig-hal plat en opnieuw gebouwd worden.”
Daarom pleiten Van Dijk en Van Nispen in hun motie voor aanpassing van DUMAVA, zodat de regeling beter aansluit bij sportverenigingen en ook nieuwbouw kan financieren.
Een trend van privatisering
Volgens Klijn past de bezuiniging op BOSA in een bredere trend. „Tot in de jaren tachtig gold ongeschreven dat gemeenten zorgden voor de accommodatie, en vrijwilligers voor het spel. Met de opkomst van de participatiesamenleving werden buitensportgebouwen geprivatiseerd, en dus kwam het onderhoud ineens bij de verenigingen zelf terecht. De vraag is of je zulke verantwoordelijkheden wel kunt vragen van vrijwilligersbesturen.”
Voor Van den Tweel (NOC-NSF) gaat de discussie over meer dan geld. Hij vreest dat de unieke Nederlandse verenigingscultuur onder druk komt te staan. „Met 4,3 miljoen sporters is het verenigingsleven de ruggengraat van de sport in Nederland. Iedere week heb ik buitenlandse bezoekers die met bewondering en een beetje afgunst kijken naar hoeveel Nederlanders zich inzetten voor hun club. Als contributies stijgen en verenigingen verdwijnen, tast dat niet alleen de sport, maar ook de vitaliteit van de samenleving aan.”
In de politiek groeit de overtuiging dat een structurele aanpak nodig is. Mohammed Mohandis (GroenLinks-PvdA) pleit voor een nationaal plan waarin rijk en gemeenten binnen vijf jaar alle sportaccommodaties verduurzamen. „Na landbouw en huisvesting is sport, gemeten in vierkante meters, een van de grootste sectoren in Nederland”, zegt hij. „Daar hoort ook een stevige verantwoordelijkheid van de overheid bij.”
Voorlopig blijft het spannend voor verenigingen als AFC IJburg en WSC Waalwijk. „Als BOSA niet lukt, is ons plan niet te realiseren. 3,5 ton bij de leden ophalen is onhaalbaar”, zegt Leijtens. „Zonder BOSA geen club”, zegt Swart van AFC IJburg. „En zonder club geen voetbal voor 1200 kinderen uit de wijk.”