Skip links

Nieuw Kamerlid Stephan Neijenhuis (D66): “Zeg als sportbestuurder duidelijk wat er echt nodig is”

D66 boekte vorige week een winst van 17 zetels. Daardoor komt Stephan Neijenhuis, als nummer 23 op de lijst, in de Tweede Kamer; volgende week volgt zijn beëdiging. Als nieuw Kamerlid met grote ambitie voor sport zegt hij: “Ik wil ambitieuze hervormingen vertalen naar concrete voorstellen. Bijvoorbeeld met een noodwoonwet die regels versoepelt en doorstroming bevordert. Die praktijkkennis uit de gemeenteraad helpt mij om ook landelijk verschil te maken — en zeker ook op sport.”

Hij komt uit Bennekom, groeide op in Ede en zit sinds 2014 in de gemeenteraad. Stephan Neijenhuis, 32 jaar, draait inmiddels zijn derde termijn als raadslid. Als sportwoordvoerder kent hij het speelveld tussen lokale politiek en sportbeleid door en door. In Den Haag werkt hij als beleidsmedewerker van de Tweede Kamerfractie van D66, waar hij zich richt op wonen, zorg en het ruimtelijk domein — en lange tijd ook op sport.

Van raad naar sportveld

In Ede zag Nijenhuis de afgelopen jaren hoe snel de stad groeit. “We bouwden veel woningen, maar sportverenigingen lopen tegen hun grenzen aan. Ze draaien goed, soms zó goed dat er ledenstops ontstaan. Nieuwe generaties kinderen moeten kunnen meedoen, ook in de sport en het verenigingsleven.”

Toch gaat dat niet altijd vanzelf. “Als bijvoorbeeld de zwembond met een prestigeproject komt, vliegt het budget de lucht in. We wilden in Ede meer zwemwater. Met een kleiner bad was dat opgelost, maar de zwembond vroeg extra ruimte voor selectieteams voor de jeugd. Zo groeide het uit tot een miljoenenproject. Dat zijn politieke keuzes, maar voor andere bestuurders van sportverenigingen in de gemeente voelde dat oneerlijk.”

Zijn boodschap aan sportbestuurders is helder: “Zeg tegen de lokale politiek wat er écht nodig is. Durf dat scherp te formuleren. Moedige politici investeren in breedtesport, niet alleen in topsport.”

Sportwet als middel, niet als doel

Tijdens het Sportverenigingsdebat in Rotterdam sprak Nijenhuis over de mogelijke Sportwet. “Geen doel op zich, maar wel een middel om de basis te borgen. Gemeenten die niets doen, moeten worden aangespoord, maar dan moet er ook geld meekomen.”

Volgens Neijenhuis moet sport nooit een sluitpost op de begroting zijn. “Er zit bij veel wethouders echt wel goede wil, maar zonder landelijke normen zakt het snel weg. Zo’n wet kan helpen om gemeenten aan minimale investeringen te houden. En ja, dan hoort er ook financiering bij. D66 wil dat de komende periode regelen.”

Financiering en vertrouwen

“Eerdere pogingen van mijn partij om de BOSA-regeling te herstellen kregen geen meerderheid, maar dat geld is cruciaal voor clubs,” zegt Neijenhuis. “De sportsector draait op vrijwilligers; dan moet de overheid niet tegenwerken met ingewikkelde procedures.”

Geld uit het Klimaatfonds ligt niet vast; die route blijft onzeker. De DUMAVA-regeling ziet hij als erg complex, omdat die ook wijkhuizen en sociaal-maatschappelijk vastgoed omvat.

Een ander punt dat Neijenhuis aanstipte: de regeldruk. “Die moet omlaag. Geef sportbestuurders vertrouwen. Neem hun belangen mee bij het maken van nieuwe wet- en regelgeving en pas aan waar mogelijk.”

Breedtesport als ruggengraat

Voor D66 is breedtesport de kern. “Voor topsport ligt de rode loper klaar, voor de breedtesport moet je harder werken. D66 kiest bewust die kant. Meer sport betekent een gezondere bevolking en sterkere sociale netwerken.”

Tot slot prijst Neijenhuis het RVVB. “De rol van de RVVB is belangrijk. Sportbestuurders verdienen steun. Het RVVB kan effecten zichtbaar maken en signaleren wat lokaal speelt. Zo houden we de verbinding tussen politiek en sport levend.”

Leave a comment